Categorie archieven: Geen categorie

Abrupt einde vakantie Indonesië

Toen ik in een eerder verhaal schreef dat vakanties in Azië nooit volgens plan verlopen, had ik niet verwacht dat ik vandaag in een kantoortje van een hotel vlakbij vliegveld Soekarno-Hatta in Jakarta mijn laatste vakantieverhaal van dit jaar zou schrijven. Nog een dagje hier doorbrengen en dan vlieg ik vanavond  rechtstreeks naar Amsterdam. In onderstaand verhaal zal ik proberen jullie mee te nemen in hoe ik de afgelopen twee dagen op Lombok ervaren heb,

Terug naar zondag. Omdat mijn rijbewijs was gestolen mocht ik geen scooter huren. Een medewerker van het guesthouse wilde mij wel meenemen op de motor om een deel van het eiland te laten zien. En dus zijn we die dag naar Kuta gereden om een aantal mooie stranden en dorpjes te bekijken. Voor Indonesische begrippen was het koud, 20 graden, en al een paar dagen waaide er een vrij harde wind over het eiland. Maar dat maakte het een prima dag om rond te touren.

Na een bezoek aan een dorpje waar alle vrouwen op traditionele wijze kleding vervaardigden en het bekijken van een Hindoestaanse tempel, was ik rond vijf uur terug in Senggigi. Bij een apotheek voor de zekerheid pilletjes tegen zeeziekte gekocht. Na het bezoek aan Gili Air (de volgende dag) zouden deze wel eens nodig kunnen zijn tijdens de vierdaagse boottocht naar Komodo en Flores.

Rond half acht ging ik eten in een tentje aan de weg langs het strand. Samen met twee Spanjaarden en twee Francaises waren we in gesprek toen ineens de grond begon te trillen. Dat was meteen al vrij heftig en alles om ons heen leek te bewegen. Binnen een paar seconden stonden we allemaal op straat. Mensen begonnen te gillen, spullen vielen om en auto’s en scooters stonden stil. Dit alles duurde slechts een seconde of 15. Natuurlijk was meteen duidelijk dat het om een aardbeving ging maar het leek kort te duren dus iedereen was bang dat er nog een vervolg zou komen. Niet lang daarna viel de stroom uit en zo stonden we met honderden mensen in het donker op straat. Via whats app en twitter kreeg iedereen al snel in de gaten dat het om een zware aardbeving ging met een kracht van 7 op de Schaal van Richter. Niemand wist precies wat te doen. Wel werd duidelijk dat het gevaarlijk werd want we zagen in de grotere gebouwen enorme scheuren en delen van hotels waren ingestort. Taxi’s en scooters scheurden met enorme vaart voorbij en de eerste politiewagens en ambulances reden door het dorp.

Ik besloot om terug te lopen naar mijn guesthouse. Daarvoor moest ik 500 meter een onverlicht pad af en gelukkig was er iemand op de scooter die terug wilde rijden om mij af te zetten. Het pad lag vol bakstenen en puin, afkomstig van de gebouwen en muurtjes. Bij het guesthouse zat iedereen op de grond in afwachting wat er ging gebeuren. Gelukkig was niemand gewond geraakt. Het was etenstijd dus bijna niemand zat in de huisjes. Daar waren daken ingestort en lag de grond vol met bakstenen, dakpannen en ander puin. Ik heb met behulp van een medewerker snel mijn backpack van binnen gehaald en toen ik terugkwam was iedereen verdwenen. Iemand van de naastgelegen moskee wees mij in de richting van een veld waar alle mensen naartoe waren gebracht. Daar stonden toeristen en lokale bevolking in onwetendheid af te wachten wat er ging gebeuren. Met name voor de kinderen was dit natuurlijk een angstige situatie. Wat niet hielp was dat veel lokale inwoners ineens begonnen te gillen en hardop te bidden. Iedereen vroeg zich af: wat weten zij wat wij niet weten? En waar zijn ze bang voor?

Al snel kregen diverse toeristen via familie en vrienden door dat er een tsunamiwaarschuwing was afgegeven. Op nog geen driehonderd meter van de zee was dit geen fijn bericht. Sommige mensen vroegen zich af of we niet snel de heuvel op moesten. De medewerker met wie ik de dag had doorgebracht op de motor had doorgebracht stond met een zaklamp te gebaren dat hij de heuvel opging met zijn gezin. Samen met een stel Nederlanders en andere toeristen besloten we hem te volgen. Eerst liepen we een trap op maar het ging snel over in een steil pad door het veld. Een lange stoet van mensen met zaklampen en hoofdlampen volgde onze weg. Bijzonder om te zien hoe op dat moment nog de ouderen en kinderen geholpen werden. Halverwege de klim werden de berichten over de Tsunami ernstiger en dat maakte dat het plotsling ‘ieder voor zich werd’. De Nederlanders was ik al kwijt en ik rende met een stel Polen de heuvel op. Onderweg pikten we nog wat kinderen uit het dorp op en het lukte maar net om een wat oudere Poolse vrouw mee de berg op te krijgen. Toen we niet hoger konden zaten we in groepjes bij elkaar op een grindpad, met onder ons de boulevard met hotels en de zee.

We wisten nog niet hoe groot de kans op een Tsunami was. Wel had iedereen de beelden op zijn netvlies staan van de ramp die zich in 2004 voltrok op oa Sumatra.  En misschien was dat wel het meest angstige moment van de dag. Omdat je niet weet wat er gaat gebeuren, maar wel dat je dichtbij het strand bent en hoopt dat je hoog genoeg zit om niet te worden meegesleurd, mocht er echt een vloedgolf als in 2004 aankomen. Het uitzicht op de zee in het donker maakte dat ook niet beter. Onderling bespreek je nog andere mogelijkheden, om bijvoorbeeld meer landinwaarts te gaan. Maar dat zou betekenen dat we het hele stuk weer omlaag moesten lopen. Dus besloten we op onze plek te blijven in de hoop dat het hoog genoeg was.

Gelukkig werd iedereen door het thuisfront goed op de hoogte gehouden. De Tsunamiwaarschuwing nam af en werd uiteindelijk ingetrokken. Maar het duurde nog wel een uur of twee voordat de meeste mensen echt overtuigd waren dat het niet zou gaan gebeuren. Beneden werden wat tentenkampen opgebouwd waar artsen de gewonden verzorgden. Omdat er regelmatig naschokken te voelen waren hadden wij geen behoefte om naar beneden te lopen en tussen de bomen en gebouwen in te zitten. Op de heuvel zaten verschillende groepjes mensen, te zien aan de hoofdlampen of vuurtjes die in de verte waren aangestoken. De Polen hadden een fles whiskey mee en om een uur of één ging die rond en konden we voor het eerst op een beetje ‘gezellig’ niveau praten.

Zeker door de naschokken durfde niemand een oog dicht te doen. Daarbij lagen de stenen ook niet heel lekker. Om 6.30 uur werd het licht en wandelden we naar beneden. Daar waren de eerste opruimwerkzaamheden al begonnen. Ongelooflijk hoe de bewoners meteen met elkaar puin aan het ruimen waren.

Mijn zus had vanaf haar vakantieadres in Australië een ticket voor mij geboekt naar Jakarta die avond. Dat bleek later groot geluk te zijn. Ik wist niet hoe de wegen erbij zouden liggen en dus was het zaak zo snel mogelijk vervoer te regelen. Dat lukte en om 8.00 uur was ik op het vliegveld. Onderweg zagen we de verwoestingen die de aardbeving had aangericht. Vooral in het begin bij Senggigi en Mataram. Daarna werd het gelukkig minder. Met name het noorden en de Gili-eilanden waren zwaar getroffen. Ik zou deze dag naar Gili Air zijn gegaan. Dat eiland is, op basis van verhalen van anderen, volledig verwoest. Op het vliegveld stonden lange rijen om tickets te bemachtigen. Mijn ticket kon niet worden vervroegd en dus moest ik tot 20.30 uur wachten. Ik besloot bij een stopcontact te gaan zitten zodat ik mijn telefoon kon opladen en met het thuisfront contact kon houden.

Achteraf gezien was dat in meerde opzichten een goede plek. Hoewel ik behalve een blik pringles niks te eten had kwam ik de dag hier goed door omdat veel mensen met verlengsnoeren en stekkers aansloten en tijdens het opladen van telefoons hun verhaal deelden. De eerste mensen van Gili kwamen terug en die hadden echt heftige dngen meegemaakt. Op de eilanden kun je geen kant op dus en alles was verwoest. Gelukkig waren zij met de eerste boten opgepikt.

Gedurende de dag werd ik via twitter gevraagd om te bellen met wat kranten en televisiezenders, en hen op de hoogte te houden van de gebeurtenissen op het vliegveld. Dat zorgde voor de nodige afleiding. Gevolg was dat veel mensen via die media ineens zagen waar ik was. en dat het goed ging.

Om 18.00 uur werden de rijen voor de incheckbalies langer en langer. Ik besloot vast in de rij te gaan staan, ook al stond mijn bestemming nog niet op de borden. Het was één groot gekkenhuis. Mensen stonden door elkaar heen te schreeuwen, iedereen wilde zo snel mogelijk inchecken en sommige Nederlanders stonden achteraan terwijl hun vlucht een halfuur later vertrok. De borden bleken al uren op dezelfde bestemming te staan dus je moest gewoon zo snel mogelijk naar voren zien te komen. Samen met wat andere Nederlanders verplaatsten we ons van de zijkant naar de achterste plek waar wel redelijke rijen waren gevormd. Daar ging het veel sneller en we waren op tijd met inchecken. Mooi was het om te zien dat iedereen die een boardingpass in handen kreeg met een grote lach op het gezicht richting douane liep. Alsof ze het mooiste verjaardagscadeautje ooit hadden gekregen. En zo voelde het ook.

Boven bij de gates aangekomen zaten honderden mensen te wachten. Onze vlucht had uiteindelijk ook twee uur vertraging maar op zo’n lange dag maakt dat weinig uit. Overigens lagen er in de hal honderden mensen die geen ticket hadden bemachtigd en wellicht nog één of meer dagen op het vliegveld moeten doorbrengen.

Om 23.30 uur vlogen we eindelijk richting Jakarta. Met een dubbel gevoel. Natuurlijk blij om weg te zijn van het eiland waar je angstige momenten hebt meegemaakt. En blij dat je zelf gezond bent en uiteindelijk er goed vanaf gekomen bent. Maar ook in de veronderstelling dat op het eiland veel leed is, een langere periode van opbouw nodig is en waar veel mensen zijn overleden, hun woning of hun bron van inkomsten  zijn kwijtgeraakt. Lombok en de Gili-eilanden leven van toerisme, en het vliegveld zat vol met mensen die zo snel mogelijk weg wilden.

Het is jammer dat de helft van de vakantie niet geworden is wat ik er van gehoopt had, maar ik ben blij dat ik vanavond op het vliegtuig naar Amsterdam stap en dan hopelijk gezond en wel richting Haarlem vertrek. Ik heb veel geluk gehad. Na zo’n bizarre gebeurtenis leer je snel wat belangrijk en onbelangrijk is in het leven, maar ook waar je vooral van moet genieten. Een bijzondere reis om op terug te kijken, en een goed verhaal op de eerste schooldag in groep 8.

Fijne vakantie allemaal en kom veilig thuis!

Hieronder enkele foto’s. Let niet op de kwaliteit want het is allemaal snel met de telefoon gemaakt, maar geeft toch een beeld. Ik krijg ze vanaf hier helaas niet gekantel.

Klik hier voor een filmpje, net na de beving op straat

 

 

Vakantie Indonesië, een kort verhaal

Vandaag vertrek ik voor enkele weken naar Indonesië. Oog in oog komen te staan met orang-oetans, de Rinjani-vulkaan beklimmen, een boottocht over zee maken naar Komodo en Flores en wellicht nog ergens een relaxt strandje opzoeken om echt bij te komen na een lang schooljaar. Dat moet wel een prachtvakantie worden!

Wanneer ik in de vakantie alleen op pad ga, krijg ik veel reacties van mensen waaruit blijkt dat ze het knap, stoer, dapper vinden. Natuurlijk, het is spannend om op jezelf aangewezen te zijn. Om je aan te passen aan het onbekende. Om problemen zelf op te moeten lossen. En ondanks alle mooie indrukken is het af en toe lastig om alleen in een restaurant te eten of ontbijten. Maar bovenal is het toch vooral een luxe om zo’n mooie reis te kunnen maken. Luxe, bijzonder, spannend, indrukwekkend. Dat zijn bewoordingen die ik vind passen. Maar knap..? Nee.

Wat voor mij knap is? Dat je je leven met iemand kunt delen en de zorg voor kinderen op je neemt. Dat je je eigen dromen soms laat varen omdat je je verantwoordelijkheid neemt. Om je kinderen op te voeden en al je aandacht en energie in je relatie te steken. Dat je jaarlijks vier weken met de tent, vouwwagen of caravan op pad gaat en je kinderen van jongs af aan meeneemt de bergen in. Om te wandelen, kanoën, dorpjes bezoeken of live de Tour te kijken. Dat je je eigen leven aanpast om het zo goed mogelijk te doen voor een ander.

Mijn ouders, mijn zus en haar man, en waarschijnlijk met hen vele anderen als ik zo op Facebook de vakantiefoto’s voorbij zie komen.

Die vind ik pas knap, stoer en dapper.

 

Ik hoop de komende weken te genieten van een nieuw, onbekend land. En op mijn site zal ik regelmatig foto’s en verhalen posten voor eenieder die het leuk vindt om deze vakantie een beetje te volgen. 

Onderwijs doet ertoe, voor ons allemaal

Ik mag dan wel met griep op bed liggen, maar ben in gedachten bij de collega’s die vandaag staken. Want we kunnen zelf blijven zeggen dat leerkracht basisonderwijs een prachtig beroep is, het wordt tijd dat anderen dit ook onderkennen en waarderen. Te beginnen vandaag met de politiek.

Door de middelen te geven om klassen te verkleinen en de werkdruk te verlagen.

Door het salaris gelijk te trekken aan dat van de leerkrachten die op het voortgezet onderwijs werken. Omdat dat niet meer dan logisch is. En om het vak aantrekkelijker te maken zodat het leerkrachtentekort afneemt ipv toeneemt.

En dan zijn we er nog niet. Want het vak moet weer een serieuze status krijgen in Nederland. En daar moet nog veel voor gebeuren. Bij de ouders, door in te zien dat hun kind niet de enige is in een klas van 30 en door vertrouwen te hebben dat hun kind de juiste en passende aandacht krijgt. Maar natuurlijk ook bij ons, de leerkrachten zelf. Door te staan voor ons vak, door dat vertrouwen van ouders te verdienen.

Dat begint vandaag. Staken omdat het tijd is voor verandering. Voordat het echt te laat is.

Het onderwijs doet ertoe, voor ons allemaal.

#poinactie #staking #onderwijs

70

Vandaag wordt mijn vader 70. Van 1946 dus. Net na de Tweede Wereldoorlog.  Jongste in het gezin. Een echte Haarlemmer.

Sinds 1980 ben ik de gelukkige die hem als vader heeft. Voorheen Joop, inmiddels opa Joopa, van Fien en Saar. De gekke opa, lieve opa, die altijd klaar staat, met je speelt, je zonder enige twijfel en geduldig op zijn schouder in slaap wiegt. En vaak net zo graag klein kind is als de twee kleine dames.

De vader van het wandelen in de bergen in Frankrijk, kijken langs de weg naar de Tour de France, onze eigen forel uitzoeken en op de camping opeten, dammen bouwen in de rivier, het vertellen van verhalen voor het slapen gaan. En later wijntochten maken, kaarten onder de luifel en speciaalbiertjes drinken op het terras.

De vader van de schaatstochten bij Jisp, fietsen rond Haarlem, kijken naar Batman en Happy Days. Op zondag naar de Aloysiusschool om na te kijken terwijl ik de gymzaal voor mij alleen had, de school waar mijn eerste klassenfeest gehouden werd. Waar hij ons hielp bij het maken van de sinterklaassurprises. De school waar hij ruim 40 jaar werkte en nu jaarlijks op 5 december een speciale rol vertolkt.

De leraar dus. Thuis irritant vaak overhoren wanneer er een biologietoets gemaakt moest worden en hij precies de dingen vroeg die ik net niet wist..

De liefhebber van de Rolling Stones, Q65, the Kinks en de blues.

Coach bij het schoolvoetbal van de Kardinaal Alfrinkschool.

Voetballer bij DSS, trainer en coach bij DSS, en nu nog steeds actief als scheidsrechter en de bestuursdienst bij DSS. Meer dan 40 jaar lid.

De vader die hutten met mij bouwde in de achtertuin. De boom in klom en dacht dat hij dat een paar jaar geleden nog steeds kon zonder ongelukken..

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Maar het lijkt mij een duidelijk verhaal. Een vader van weinig woorden, maar wel een gevoelsmens. De lieve echtgenoot, vader voor Jitske en mij, en nu dus opa van Fien en Saar.

Kijkend naar het rijtje hierboven beginnen de gelijkenissen steeds meer vorm aan te nemen. De eigenwijsheid laten we maar achterwege.. Maar ook anders, iemand die niet zo graag op de voorgrond treedt, kan genieten van de kleine dingen. Die zijn 70ste verjaardag viert met zijn gezin. Vanavond met elkaar lekker eten en een goede borrel drinken. En zondag wellicht ook in de bestuurskamer van DSS.

We zeggen het niet vaak, maar ik ben ongelooflijk trots op hem. En ik hoop dat ik over tien jaar nog steeds kan zeggen (ondanks dat vreselijke nummer): ‘Ik lijk steeds meer op jou’.

Cheers!

15134689_10206268333021445_4222229304340664256_n

15068403_10206268331141398_8543631471865455095_o

15036270_10206268331181399_5477434646883070347_n

15135878_10206268331221400_31598649408431493_n

15078768_10206268338581584_1452059124868515596_n

15095003_10206268333141448_8370852427858669632_n

15085636_10206268331341403_4354052612640266136_n

15135960_10206268332781439_6140875369657014234_n

15055615_10206268332941443_7651198919008487673_n

15036579_10206268335261501_3381462576214106921_n

15027949_10206268335221500_1661577153093313570_n

15078841_10206268336061521_1283006128068255728_n

15027819_10206268336301527_3522205825653430955_n

15027428_10206268335461506_3289884692328898706_n

15056246_10206268336581534_1060054904526466786_n

14705772_10206268334941493_232197332615287319_n

15095612_10206268333541458_1398844718694708293_n

15095116_10206268333741463_2508740612492879704_n

14993459_10206268337301552_4740861875508995101_n

15107474_10206268337341553_955778119705533087_n

Topsport in Nederland begint bij onszelf

In een column van Thijs Zonneveld las ik over topsport in Nederland en het gebrek aan steun van de Nederlandse politici om zorg te dragen voor een écht topsportklimaat. Algemeen komt het erop neer dat de inzet van ouders en een portie geluk belangrijk zijn om te slagen als topsporter, maar dat de politiek achterblijft. Ik heb niet veel verstand van politiek, maar ik denk wel dat er meer dan dat nodig is om het topsportklimaat te krijgen waar Thijs op doelt. En dat heeft met ons allemaal te maken.

De afgelopen dagen heb ik genoten van alle olympiërs. Niet alleen van de bronzen, zilveren en gouden medailles. Winst is natuurlijk mooi, maar sport kent veel meer verhalen. Het verlies van de zwemmers en judoka’s en de manier waarop zij direct na afloop naar zichzelf wijzen als oorzaak voor de tegenvallende prestaties. De val van Epke, die daarna op een geweldige wijze zijn oefening afmaakt. De hockeyers die na een fantastische wedstrijd tegen Australië onderuit gaan tegen België, en na afloop huilend beseffen dat ze een slechte wedstrijd speelden. En Dafne Schippers, die niet tevreden is met zilver omdat ze maar één doel voor ogen had: goud. Ook dat is topsport: jarenlang alles opzij zetten om goud te halen en dan (in eigen ogen) falen omdat de medaille een zilveren kleur heeft.

En daarmee kom ik bij onszelf: de kijkers die via tv, internet of radio van alle prestaties mogen meegenieten. Wanneer er wordt gewonnen zijn we lyrisch. Op twitter, in de media. Eigenlijk waren de medailles voorafgaand aan de Spelen al verdeeld. Bij winst hebben ‘we’ het geweldig gedaan. Maar wanneer de prestaties tegenvallen zien we ineens een andere kant van onze cultuur. Zeker op twitter heeft iedereen een mening over de oorzaak van het falen en de manier waarop de sporters hiermee omgaan.

Direct na afloop van een prestatie wordt de sporter voor de camera gehaald om zijn verhaal te doen. Het is enorm knap als je dan, zoals bijvoorbeeld Henk Grol, realistisch en met een goede portie zelfreflectie kunt vertellen wat er misging. Maar net zo knap vind de instelling van bijvoorbeeld Dafne Schippers, die voor goud ging en na afloop van haar inspanning baalt dat dat doel niet is gehaald. Natuurlijk is ze er over vier jaar weeer bij, en kan ze alsnog haar droom verwezenlijken. In verlies zit soms de sleutel tot succes. Kijk maar naar Marit Bouwmeester, die na de vorige Spelen boos en gefrustreerd was omdat ze ‘slechts’ zilver had, en na vier jaar keihard werken nu toch de gouden medaille won. Zonder die instelling was dit wellicht niet gelukt.

We lijken niet te beseffen dat alles op het juiste moment moet kloppen, en zelfs dan kan er nog van alles misgaan. De sporters zelf zullen als eerste beseffen wanneer ze hebben gefaald. Als niet-topsporters hebben we geen idee hoe het is om jarenlang zoveel inspanning te leveren en dingen opzij te moeten zetten om op het juiste moment te schitteren. Mag je dan gefrustreerd zijn als je niet hebt kunnen laten zien wat je had willen laten zien? Mag je boos zijn op jezelf en met een chagrijnige kop geen zin hebben om te praten met de journalist? Ik vind van wel. Sterker nog, het levert prachtige beelden op van mensen die gepassioneerd hun sport bedrijven. Voor zichzelf, niet voor de Nederlandse tv-kijker die met alle successen mee mag genieten. Ik moet er niet aan denken dat alles wat ik doe wordt gevolgd en ik na een slechte les of dag werken met groep acht meteen voor heel Nederland moet uitleggen waarom het niet goed ging. Zeker niet met vragen als ‘Wat gaat er door je heen? Hoe kun je dit verklaren? Wat voel je nu?’

We zouden trots moeten zijn op álle olympiërs. Op de medaille-winnaars, de teams die geweldige prestaties neerzetten, maar ook op de judoka die na 1 minuut klaar is met het toernooi, de fietser die na een harde val uitgeschakeld is, de zwemmer die niet kan pieken op het juiste moment en de schermer die in zijn eerste wedstrijd wordt uitgeschakeld. Diep respect voor mensen die zoveel jaar van hun leven, met de hulp van anderen, zorgen voor prachtige prestaties. Ik ben het met Thijs eens dat er meer kan worden gedaan in vergelijking met andere landen om een echte sportcultuur neer te zetten, maar zoals wel vaker kunnen we daar allemaal aan bijdragen door te beginnen bij onszelf. Hulde voor de sporters, ik kijk alweer uit naar vanmiddag en vanavond!

 

Jaap en Oda, en het Kleverpark

Een Kleverpark zonder De Ruyter
Een Kleverpark zonder De Ruyter

Kantoorvakhandel De Ruyter stopt. Jaap en Oda, de ouders van mijn goede vriend Jelle, sluiten de deuren na drie generaties en 63 jaar.

Geen Paniniplaatjes meer in het Kleverpark. Nooit meer pennen en potloden inkopen voor het nieuwe schooljaar. Niet meer stiekem kijken naar de bijzonder interessante tijdschriften voor volwassenen die bovenin de schappen lagen. Een einde van een tijdperk.

Een stapel persoonlijke herinneringen, dat blijft over. Bijvoorbeeld die keer dat Jelle en ik besloten een kraslot te kopen en de winst eerlijk te verdelen. Zelden werd er een groot bedrag gewonnen, maar wij waren in één minuut 500 gulden rijker.

Vroeger, toen basisschool De Ark nog de Kardinaal Alfrinkschool heette en het Kleverpark nog niet de hippe buurt was met Amsterdammers werkend in de creatieve sector en rijdend op bakfietsen, waren er meer van deze bijzondere winkels.

Zo had je op de hoek van de Velserstraat tegenover de basisschool de sigarenwinkel van Mevrouw de Waard. Daar vulde je vader elke week de toto in. En kocht hij zijn sigaren. Voor 5 cent kreeg je een colaflesje of een geel-roze lolly. Voor 10 cent een smile of trekdrop en als je echt mazzel had (en een gevulde portemonnee) mocht je fireballs meenemen. Na schooltijd meteen naar de overkant rennen om je zakken te vullen met snoep, wat een weelde. De kinderen die nu op de Ark zitten zullen jaloers zijn. Mevrouw de Waard woonde achter de deur achter de toonbank. Nooit kwam je daar binnen, maar altijd was je nieuwsgierig wat er zich achter die deur bevond.

Op de eerste hoek van de winkelstraat iets verderop had je slijterij Bodde. Een wat donkere zaak vol met bijzondere bieren, wijnen en verder alles waar alcohol in zit. Meneer en mevrouw Bodde waren aardig, namen de tijd voor een goed gesprek, vroegen hoe het op school ging. En natuurlijk mocht je als 10-jarige een fles jonge jenever voor je vader meenemen. Ze wisten dat het goed was.

Buurtwinkels waar men de klant kent, de tijd neemt en helpt wanneer je op zoek bent naar een bijzonder product. Gespecialiseerd en vakkundig. Die winkels verdwijnen langzaam. In het Kleverpark bestaan ze gelukkig nog.

Andrea XL bijvoorbeeld. Vorig jaar vierde deze audio-, video en witgoedspecialist haar 50-jarig bestaan. Ook hier staan inmiddels alweer drie generaties aan de leiding: Nico, de oude baas die ik alleen van vroeger ken. Zijn zoon Peter, wiens jongste kind ik in de klas heb gehad en nu ook mijn generatiegenoot Johan.

Of Het Oude Zuivelhuis, waar ik vroeger bij het boodschappen doen een stukje worst kreeg (want wie houdt er in hemelsnaam van kaas..), en ik nu met collega’s regelmatig tijdens de lunch de lekkerste broodjes haal.

Bakkerij Van Vessem. Daar kreeg je als kind zakjes met broodkruimels mee. En op latere leeftijd fietste je om 6.00 uur bij het eerste ochtendlicht rechtstreeks vanuit de kroeg langs om een vers gebakken ontbijt op te halen.

Edelsmid Arjen Postema, die sinds 1984 sieraden verkoopt in zijn winkel op de hoek van de straat. Niet dat ik daar ooit iets heb gekocht, want wat moet ik met sieraden.. 😉 Maar het is toch prachtig dat er een edelsmid in deze winkelstraat is te vinden.

Mevrouw de Waard is helaas al een eeuwigheid geleden overleden. En daarmee verdween de sigarenwinkel. Meneer en mevrouw Bodde zijn ook al jaren terug gestopt. En binnenkort volgt dus firma De Ruyter.

Gelukkig zijn er inmiddels leuke winkels bijgekomen. De Kennemer Boekhandel bijvoorbeeld, Inz & Ouds en sinds kort lunchroom Cleeff.

Ik hoop dat er op de plek van De Ruyter weer een winkel terugkomt.  Een winkel waar men de klant kent, de tijd neemt en helpt wanneer je op zoek bent naar een bijzonder product. Gespecialiseerd en vakkundig. Net zoals Jaap en Oda dat waren.

 

Bekijk hier de site van De Ruyter, nu het nog kan..

Bekijk hier de site van het Kleverpark, de buurt waar het prachtig wonen is.

Bekijk hier de site van de wijkraad, met foto’s van vroeger..

Fairplay of duidelijke regels?

Vanavond was op het Jeugdjournaal een item te zien over een meisjesvoetbalteam dat uit het bekertoernooi is gezet. Het meisjesvoetbal is al jaren de snelst groeiende sport in Nederland. Naast de reguliere competitie kunnen teams zich ook inschrijven voor het bekertoernooi. Na een aantal poulefases met teams uit ongeveer dezelfde klasses en enkele knock-out fases spelen de finalisten allemaal in hetzelfde weekend om de eerste prijs op het terrein van Legmeervogels, een bijzondere ervaring voor al deze voetbalteams.

Doordat meisjes steeds beter gaan voetballen is het voor sommige selectieteams lastig gelijkwaardige tegenstanders te vinden in de competitie. Het komt regelmatig voor dat deze teams in een jongenscompetitie spelen. En niet onverdienstelijk. Deze teams zouden zich vanwege diezelfde weerbaarheid kunnen inschrijven voor het jongens bekertoernooi. De afgelopen jaren kozen enkele clubs ervoor om de teams toch met het meisjestoernooi mee te laten doen. Weliswaar enkele klassen lager, maar wel reglementair tegen leeftijdsgenoten.

Je kunt je natuurlijk afvragen of dit sportief gezien eerlijk is, aangezien de meisjesteams die normaal tegen jongens spelen vaak veel beter zijn dan de ‘reguliere meisjesteams’. Echter, de KNVB heeft dit jarenlang laten gebeuren. En zelfs gedurende het huidige seizoen gaf de KNVB aan dat dit binnen de regels toegestaan was.

Na enkele klachten van andere teams zijn de regels er nog eens goed op nagekeken. En blijkbaar waren ze met ingang van dit seizoen aangepast: meisjesteams die in een jongenscompetitie uitkomen mogen niet meedoen in het meisjes bekertoernooi. Reden voor de KNVB om vier dagen voor de finales meerdere teams uit de bekerfinales terug te trekken. Via een nieuwsbericht op vrouwenvoetbalnieuws wordt hier het volgende over geschreven: ‘Het is een vorm “prijzen” pakken, competitievervalsing en levert totaal geen bijdrage aan de term opleiden en ontwikkelen! En het is geen Fair Play voor de teams die wel in een meidencompetitie spelen.’

Natuurlijk is het de vraag of het rechtvaardig is om deze goede meisjesteams mee te laten spelen in het reguliere bekertoernooi. Maar waarom komt de KNVB pas vier dagen voor de finales met deze maatregel terwijl er al in december over gecommuniceerd is? Waarom wist niet iedereen binnen de KNVB van deze regels, en werd er eerst een positief advies afgegeven? En waarom houdt de KNVB niet tijdens het bekertoernooi dit soort zaken in de gaten, maar komt ze pas aan het eind van het seizoen met een dergelijk besluit? Waarom zorgt de KNVB niet voor een heldere communicatie naar de clubs, waarbij voorafgaand aan het seizoen duidelijk is wat de regels zijn? En hoe kan de KNVB clubs hierop afrekenen terwijl binnen de eigen organisatie niet iedereen op de hoogte is van de aanpassingen van het reglement?

Feit is dat er meerdere jeugdteams zijn die het hele bekerseizoen, van poulefase tot achtste, kwart- en halve finales mochten meevoetballen en op het allerlaatste moment horen dat ze teruggetrokken worden. Terwijl deze speelsters echt niks kan worden aangerekend. Zij spelen voor hun club, strijden voor de overwinning en willen vooral voetballen.

Laat een organisatie als de KNVB eerst eens zorgen voor heldere regels, duidelijke communicatie hierover en met name zorgdragen dat hun eigen medewerkers die hier besluiten over nemen zelf op de hoogte zijn van de juiste regels. En wellicht is enige zelfreflectie wat vaker nodig. Want als de KNVB zo graag een eerlijke competitie nastreeft en een zo hoog mogelijk niveau wil bereiken, dan mogen ze ook eens kijken naar een andere regel: nieuwe teams, hoe goed ook, mogen zich niet meteen in een hoge klasse inschrijven. Eerst moeten ze, zonder enige weerstand, kampioen worden in de laagste klasse. Om zo pas na enkele jaren tegen teams van eenzelfde niveau te mogen voetballen. Is dat aandacht voor ontwikkeling, sportiviteit, fair play?

Wat ontzettend zuur voor de meisjes die zich verheugd hadden op een mooie finaledag. Ik hoop dat de KNVB van deze situatie leert en eens goed in de spiegel kijkt, in plaats van alle schuld bij de clubs neer te leggen. Deze manier van communiceren verdient geen schoonheidsprijs, getuigt van nul zelfreflectie en zorgt in plaats van spelplezier voor spelbederf. Geef het goede voorbeeld aan de speelsters, en zorg voor een duidelijk beleid waarin voetbal, plezier en sportiviteit centraal staat. Ik wens alle teams, begeleiders en vrijwilligers die zich inzetten voor het voetbal en wél in de finales staan komend weekend veel plezier en succes.

Het item van het Jeugdjournaal is hier terug te bekijken.

2 Minuten

Vandaag herdenken we net als elk jaar op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en alle oorlogssituaties en vredesmissies nadien.

Voor mij blijft het niet bij de Nederlandse slachtoffers. Ik sta stil bij iedereen die gestreden heeft voor de vrijheid die wij nu kennen in Nederland. De vrijheid om te leren, te werken, lief te hebben, te stemmen, te zeggen waar je voor staat. De vrijheid om op een zonnige vakantiedag op een tuinbank te liggen, zonder bang te hoeven zijn voor kogels in de straten. Zonder de angst dat iemand wordt opgepakt vanwege het verkondigen van een mening.

Die vrijheid hebben wij gekregen, en het vraagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid deze vrijheid te behouden. Luisteren naar elkaar, op respectvolle wijze. Zonder onnodig kwetsend te zijn. Een plek bieden aan de mensen die niet het geluk hebben gehad in een land als Nederland op te groeien. Of dat nu hier is of elders in en om Europa.

Zo’n 70 jaar geleden werden we gered door een grootse gezamenlijke inspanning die is geleverd. Door mensen die van ver kwamen, lang niet allemaal hier waren opgegroeid. Zij streden niet voor hun eigen plek. Zij streden voor ons, en vrijheid voor iedereen. Daar kunnen wij nu nog steeds van leren.

Morgen vieren wij onze vrijheid.

Hopelijk kunnen de mensen die nu in een haast hopeloze situatie zitten, of dat nu in Syrië, Afghanistan of Oekraïne is, dat in de toekomst vieren, zoals wij dat morgen doen.

Daar denk ik vanavond aan.

Erebegraafplaats Margraten
Erebegraafplaats Margraten

Over adviezen, eindtoetsen en kansen in het onderwijs

De krantenkoppen liegen er niet om: ‘Geen gelijke kansen in het onderwijs’, ‘Cito-toets’ moet terug’. Nu het advies van de  basisschool de doorslag geeft zouden de kansen in het onderwijs niet gelijk zijn voor elk kind en klinkt de roep om de cito-toets terug te halen. Waarom is dit een slecht idee?

Laten we eerst kijken waarom we de verplichte ‘cito-toets’ hebben afgeschaft. Want ja, dé cito-toets bestaat niet meer. Er zijn drie eindtoetsen waar scholen gebruik van kunnen maken. Daarvan wordt er één ontwikkeld door Cito, maar er zijn ook eindtoetsen van A-Vision en Bureau ICE. Jaren geleden gaf de citotoetsscore de doorslag voor het bepalen van het onderwijsniveau van een groep acht leerling. Dus acht jaar onderwijs en kennis over de kinderen werden getoetst binnen drie dagen en samengevat in één getal tussen de 500 en 550, op basis waarvan het gepaste advies werd gegeven. Had je een slechte week als leerling, jammer dan. Vaardigheden waren blijkbaar niet nodig om een bepaald onderwijsniveau te halen, deze werden immers ook niet getoetst. Ontwikkeling speelde ook geen rol.

Na jarenlange strijd binnen het onderwijs is deze manier van ‘selectie aan de deur’ eindelijk voorbij. Basisscholen gebruiken hun opgebouwde kennis over de kinderen en hun ontwikkeling om tot een advies te komen. Meestal in combinatie met de zgn leerlingvolgsysteemtoetsen van cito, waarbij niet gekeken wordt naar één toetsmoment maar naar de ontwikkeling van groep 6 t/m groep 8.

Natuurlijk zijn er wel eens twijfels. Leerkrachten hebben geen glazen bol waarin ze de onderwijsloopbaan van hun groep achters mee kunnen voorspellen. Omdat in sommige gevallen een objectieve toets kan meehelpen in de advisering wordt in april door alle basisscholen verplicht een eindtoets afgenomen. Niet de cito-toets dus, scholen kunnen kiezen uit drie gecertificeerde toetsen. Wanneer het bij de uitslag passende onderwijsniveau lager is dan het advies, verandert er niets. Het kan zijn dat een kind een slechte dag had.. Wanneer het bijpassende onderwijsniveau hoger is dan het schooladvies, dan is de basisschool verplicht het advies te heroverwegen. En in overleg met de ouders en het kind kan het advies nog worden bijgesteld naar boven.

Genoeg mogelijkheden dus om kinderen met van huis uit ‘minder kansen’ op basis van een objectieve toetsscore een advies te geven passend bij de ontwikkelingsmogelijkheden. Zonder kinderen onrecht aan te doen door één enkele toetsscore bepalend te maken voor de schoolloopbaan.

Is alles dan goed georganiseerd? Nee, dat zou te makkelijk zijn. We delen kinderen veel te vroeg in op één niveau. In het voortgezet onderwijs zouden de op- en afstroommogelijkheden groter moeten zijn zonder dat de scholen daarbij worden afgerekend. Zijn het niet dezelfde kranten met hun ‘examenlijstjes’ die nu roepen dat de kansen niet gelijk zijn?

Daarnaast blijft de terugkoppeling van het voortgezet onderwijs naar het basisonderwijs belangrijk. Monitor de advisering goed, kijk hoe de kinderen het op de diverse scholen doen na hun advies en geef dit terug aan de basisscholen. Samen zullen we moeten zorgen voor zoveel mogelijk kansen voor alle kinderen.

Overigens, toen de ‘citotoets’ nog leidend was schoten de ‘bijles-bureaus’ als paddestoelen uit de grond. Ouders die het zich konden veroorloven lieten kinderen oefenen, net zolang tot ze de toets op het gewenste niveau konden maken. Zijn dat gelijke kansen?

Geef het onderwijs nu eens het vertrouwen, zonder na een jaar alweer af te geven en terug te willen naar oude systemen. 10 Miljoen bondscoaches zijn al vervelend, maar daar heeft slechts één bondscoach last van. We hebben het nu over tienduizenden professionals die bewust gekozen hebben voor het onderwijsvak, omdat zij echt willen bijdragen aan de ontwikkeling van de toekomst: de kinderen die nu op school zitten.

Oh, een persoonlijke noot voor minister Bussemaker, staatssecretaris Dekker en alle kranten die over dit onderwerp schrijven: stop met de term cito-toets wanneer jullie het hebben over de eindtoets.  Cito is een merk, we noemen ook niet alle auto’s BMW..

 

 

Waar denk je aan?

‘Waar denk je aan’ vraagt facebook. Zittend op een bankje op perron 2 van station Hilversum Sportpark lees ik de vraag. Op een plek waar weinig gebeurt. Een rustige wereld zo lijkt het. Niets is minder waar.

Ik zou vandaag willen denken aan de intocht van Sinterklaas. Kinderen in Nederland kijken er al weken naar uit. Vol verwachting en spanning langs de kade staan en hopen dat het ondanks de mist toch gelukt is de stoomboot naar Nederland te krijgen. Denken aan vrolijke gezichten, zingende kinderen, gestrooi met pepernoten. Een kinderfeest dat overigens steeds vaker gekaapt wordt door volwassenen die op kinderlijke wijze niet naar elkaar luisteren en eigenaar van dit feest menen te zijn.

Ik zou willen denken aan de teams van DSS die vandaag wel voetballen, in tegenstelling tot onze eigen toppers van de MB1 die een dag vrij zijn.

Ik zou willen denken aan de invulling van dit weekend: de vergadering bij de VARA, de verjaardag van vanavond, het ‘uitzwaaien’ van familie die eind deze maamd naar Australië reizen om de bruiloft van mijn neef bij te wonen.

Ik zou willen denken aan de komende schoolweek en de groep achters die het werken op de Ark extra leuk maken. Allemaal dingen die mijn leven de moeite waard maken. Familie, vrienden, werk, sport.

Gisteravond waren veel jonge Parijzenaars met hetzelfde bezig: hun leven de moeite waard maken. Een concert bezoeken, samen uit eten gaan. Elkaar opzoeken in een bruisende wijk in een wereldstad. Op een plek waar veel gebeurt, in tegenstelling tot station Hilversum Sportpark.

Zij waren op de verkeerde plek op het verkeerde moment, zo las ik net op een nieuwssite. Daar leg ik mij niet bij neer. Zij waren op de juiste plek, op het juiste moment. De vier terrorristen die de vreselijke aanslagen pleegden hoorden daar niet te zijn.

Waar ik nu aan denk? Aan de doden en gewonden die gevallen zijn. Aan de familie en vrienden van de slachtoffers. Aan de mensen die het overleefd hebben.

En hoe we dit uitleggen volgende week aan de groep achters. Hoe krankzinnig sommige mensen denken en het geloof misbruiken om de meest verschrikkelijke dingen te doen. Vroeger ging het over kinderen in oorlogsgebieden, ver weg. Nu gaat het over een plek waar een van de kinderen drie weken geleden rondliep.

Leg dat maar eens uit. Daar denk ik aan. En nee facebook, dat vind ik niet leuk.

image