Leerkracht zijn is geen oppasbaantje

Ouders voor de klas, gepensioneerden terughalen, meer zij-instromers toelaten, de opleidingen versnellen. Allemaal maatregelen om het lerarentekort terug te dringen. Dat klinkt soms mooi, maar ik wil hier toch even een lans breken voor het ‘vak’. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: onderwijs is een vak!

Steeds vaker zijn de deuren van de klaslokalen om 15.30 uur dicht. Want steeds meer mensen werken als invaller in een invalpoule. Er is werk genoeg en iedereen is blij met je. Yes, er is toch een leerkracht! Yes, er hoeft geen klas naar huis gestuurd te worden. Yes, er hoeft geen klas verdeeld te worden! Daarnaast ben je sneller klaar na een werkdag. Geen vergaderingen, geen voorbereiding voor de volgende dag, geen rapporten schrijven, geen oudergesprekken en zo kan ik wel even doorgaan.

Maar wacht even. Dat is prima als uiterste redmiddel. Alleen moet dat onze vaste onderwijspraktijk worden? Leerkracht op een basisschool zijn is meer dan alleen lesgeven. Je bent medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van een klas vol kinderen. Lesgeven is je kerntaak. Weten waarover je les gáát geven ook, en het aanpassen van je lesinhoud op basis van de leerbehoeften van kinderen ook. Daarvoor moet je je klas goed kennen. Dat is de kracht van de basisschoolleerkracht!

Ook niet onbelangrijk: je bent onderdeel van een team! Samen zorg je ervoor dat elk kind na acht jaar basisschool genoeg bagage heeft om de stap naar de middelbare school te maken. Met elkaar heb je een belangrijke taak te verrichten.

‘Leerkracht’ zijn als alleen invaller klinkt toch een beetje als een huisdier nemen zonder deze uit te hoeven laten. Of kinderen krijgen zonder deze naar bed te hoeven brengen en er ’s ochtends vroeg weer voor ze klaar te hoeven staan.

Ik ben niet tegen invallers, herintreders, ouders die een dag lesgeven. We hebben ze allemaal hard nodig om de gaten te dichten die steeds meer ontstaan. En daar zijn we inmiddels dagelijks blij mee. Maar het blijft lapwerk. Ik ben vóór leerkrachten, niet voor oppassers.

Kwalitatief goed onderwijs krijg je door kwalitatief goede leerkrachten. Ze kennen hun groep, zijn betrokken bij de school en zorgen samen voor de ontwikkeling van kinderen. Dáár moeten we onze pijlen op richten. Op fulltimers én parttimers die weten waarom ze zo belangrijk zijn.

Er wordt vaak gesproken over de kracht van herhaling. Welnu, daar komt ie dan: Structurele oplossingen voor structurele problemen.

Wie zijn de echte rupsjes nooit genoeg?

‘Een deel van de ouders noemt de leraren rupsjes nooit genoeg, omdat ze er al vele miljoenen euro’s bij hebben gekregen.’

Zo staat geschreven in een artikel in het AD over de steun van ouders voor de staking van basisschoolleraren. Hoe fijn het ook is om te lezen dat alsnog ruim 60% van de ouders de staking steunt, deze zin doet pijn. En ik zal uitleggen waarom..

Rupsjes nooit genoeg? Het feit dat er in het nieuws vaak geframed wordt dat er enorm veel geld naar het onderwijs gaat wil niet zeggen dat dit ook bij de basisschoolleraar terechtkomt. Jarenlang heeft het salaris op de nullijn gestaan. Jaren waarin het aantal kinderen per klas is toegenomen.

Nog steeds verdient een docent op een middelbare school zo’n 18% meer dan een leerkracht op de basisschool. Terwijl er sprake is van eenzelfde opleidingsniveau. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de klassen in het VO minder gedifferentieerd zijn en er minder buitenschoolse contacten zijn met ouders. Waar komt dat verschil vandaan?

En dan de toenemende verwachtingen. Toen ik achttien jaar geleden begon met lesgeven ontstond de tendens in drie niveaugroepen les te geven. Om op die manier aan te sluiten bij de verschillen tussen kinderen. Met de invoering van het passend onderwijs zijn die verschillen toegenomen. En het aantal kinderen in de klas ook. Tegenwoordig geven we soms zelfs op individueel niveau les. We houden rekening met de verschillen in ontwikkeling, in de manier van leren en in het niveauverschil per vakgebied.

Het aantal kinderen dat bijles krijgt om zo het reken- of taalniveau omhoog te krijgen is niet meer op één hand te tellen. Natuurlijk met de beste bedoelingen, zorg voor hun kind. Als leerkracht proberen we daarom zelfs nog contact te houden zodat de leerstof van de bijles ook aansluit bij wat er in de klas wordt behandeld.

Maar met individueel onderwijs valt niet te concurreren. Het aantal particuliere scholen stijgt. Scholen die tussen de 12.000 euro en 22.000 euro per jaar kosten. Kleinere klassen, meer tijd per kind. Maar alleen voor kinderen waarvan de ouders dat kunnen betalen. Wat doet dit met de kansen(on)gelijkheid in Nederland?

Leraren zijn inderdaad rupjes nooit genoeg. Omdat ze zich ten allen tijde uit de naad werken om de kinderen van hun klas zo goed mogelijk onderwijs te geven met de middelen die ze hebben. Al jaren ondanks allerlei ontwikkelingen die ervoor gezorgd hebben dat het aantal burn-outs enorm oog is.

Als de politiek echt vindt dat onderwijs topprioriteit is, dan zouden deze leraren niet weggestuurd worden met een enkele eenmalige investering. Nee, dan komt er een doordacht plan om het onderwijs het aanzien te geven dat het verdient, en ALLE kinderen het onderwijs te bieden dat zij verdienen. Structurele problemen verdienen structurele oplossingen!

Tips? De eisen van de PABO hoger stellen, deze opleiding financieel aantrekkelijk of gratis maken, de belachelijk lang bestaande salariskloof eindelijk dichten.

Wij staken woensdag. Gesteund door vele ouders en door ons bestuur. Niet voor onszelf, maar voor ons vak. Samen zorgen we voor beter onderwijs.

En oh ja, denk even goed na wie hier nou eigenlijk de echte rupsjes nooit genoeg zijn..

#onderwijs #lerarenstaking