Topsport in Nederland begint bij onszelf

In een column van Thijs Zonneveld las ik over topsport in Nederland en het gebrek aan steun van de Nederlandse politici om zorg te dragen voor een écht topsportklimaat. Algemeen komt het erop neer dat de inzet van ouders en een portie geluk belangrijk zijn om te slagen als topsporter, maar dat de politiek achterblijft. Ik heb niet veel verstand van politiek, maar ik denk wel dat er meer dan dat nodig is om het topsportklimaat te krijgen waar Thijs op doelt. En dat heeft met ons allemaal te maken.

De afgelopen dagen heb ik genoten van alle olympiërs. Niet alleen van de bronzen, zilveren en gouden medailles. Winst is natuurlijk mooi, maar sport kent veel meer verhalen. Het verlies van de zwemmers en judoka’s en de manier waarop zij direct na afloop naar zichzelf wijzen als oorzaak voor de tegenvallende prestaties. De val van Epke, die daarna op een geweldige wijze zijn oefening afmaakt. De hockeyers die na een fantastische wedstrijd tegen Australië onderuit gaan tegen België, en na afloop huilend beseffen dat ze een slechte wedstrijd speelden. En Dafne Schippers, die niet tevreden is met zilver omdat ze maar één doel voor ogen had: goud. Ook dat is topsport: jarenlang alles opzij zetten om goud te halen en dan (in eigen ogen) falen omdat de medaille een zilveren kleur heeft.

En daarmee kom ik bij onszelf: de kijkers die via tv, internet of radio van alle prestaties mogen meegenieten. Wanneer er wordt gewonnen zijn we lyrisch. Op twitter, in de media. Eigenlijk waren de medailles voorafgaand aan de Spelen al verdeeld. Bij winst hebben ‘we’ het geweldig gedaan. Maar wanneer de prestaties tegenvallen zien we ineens een andere kant van onze cultuur. Zeker op twitter heeft iedereen een mening over de oorzaak van het falen en de manier waarop de sporters hiermee omgaan.

Direct na afloop van een prestatie wordt de sporter voor de camera gehaald om zijn verhaal te doen. Het is enorm knap als je dan, zoals bijvoorbeeld Henk Grol, realistisch en met een goede portie zelfreflectie kunt vertellen wat er misging. Maar net zo knap vind de instelling van bijvoorbeeld Dafne Schippers, die voor goud ging en na afloop van haar inspanning baalt dat dat doel niet is gehaald. Natuurlijk is ze er over vier jaar weeer bij, en kan ze alsnog haar droom verwezenlijken. In verlies zit soms de sleutel tot succes. Kijk maar naar Marit Bouwmeester, die na de vorige Spelen boos en gefrustreerd was omdat ze ‘slechts’ zilver had, en na vier jaar keihard werken nu toch de gouden medaille won. Zonder die instelling was dit wellicht niet gelukt.

We lijken niet te beseffen dat alles op het juiste moment moet kloppen, en zelfs dan kan er nog van alles misgaan. De sporters zelf zullen als eerste beseffen wanneer ze hebben gefaald. Als niet-topsporters hebben we geen idee hoe het is om jarenlang zoveel inspanning te leveren en dingen opzij te moeten zetten om op het juiste moment te schitteren. Mag je dan gefrustreerd zijn als je niet hebt kunnen laten zien wat je had willen laten zien? Mag je boos zijn op jezelf en met een chagrijnige kop geen zin hebben om te praten met de journalist? Ik vind van wel. Sterker nog, het levert prachtige beelden op van mensen die gepassioneerd hun sport bedrijven. Voor zichzelf, niet voor de Nederlandse tv-kijker die met alle successen mee mag genieten. Ik moet er niet aan denken dat alles wat ik doe wordt gevolgd en ik na een slechte les of dag werken met groep acht meteen voor heel Nederland moet uitleggen waarom het niet goed ging. Zeker niet met vragen als ‘Wat gaat er door je heen? Hoe kun je dit verklaren? Wat voel je nu?’

We zouden trots moeten zijn op álle olympiërs. Op de medaille-winnaars, de teams die geweldige prestaties neerzetten, maar ook op de judoka die na 1 minuut klaar is met het toernooi, de fietser die na een harde val uitgeschakeld is, de zwemmer die niet kan pieken op het juiste moment en de schermer die in zijn eerste wedstrijd wordt uitgeschakeld. Diep respect voor mensen die zoveel jaar van hun leven, met de hulp van anderen, zorgen voor prachtige prestaties. Ik ben het met Thijs eens dat er meer kan worden gedaan in vergelijking met andere landen om een echte sportcultuur neer te zetten, maar zoals wel vaker kunnen we daar allemaal aan bijdragen door te beginnen bij onszelf. Hulde voor de sporters, ik kijk alweer uit naar vanmiddag en vanavond!