Fietsweek: één week deel van een peloton

foksuk20090406

De voorjaarsklassiekers zijn afgelopen. Niki Terpstra zorgde eindelijk weer voor een grote Nederlandse overwinning door in Parijs Roubaix solo naar de finish te rijden. Bauke Mollema heeft in de Amstel en LBL laten zien in vorm te zijn. Tom-Jelte Slagter won twee etappes in Parijs-Nice. Moreno Hofland verraste menig wielerliefhebber met zijn sprintoverwinningen in Parijs-Nice en de Ruta del Sol. Kortom, het wielerseizoen is goed begonnen voor de Nederlanders.

Afgelopen week mocht ik weer mee op fietsweek. Om het jaar huren we met een man of 20 een huis in de Ardennen, Vogezen of Duitsland en vormen we een kleine week zelf een peloton. Deze traditie is ooit gestart door een collega van mijn vader die samen met zijn zoon en familie en vrienden een aantal dagen met de racefiets op pad ging.

Inmiddels zijn we  20 jaar verder en ga ik zo’n tien jaar mee. Elke dag gezamenlijk ontbijten, een kleine 100 kilometer fietsen, onderweg koffie en taart, bij thuiskomst voldaan aan de Leffe, samen eten en de avond vullen met dobbelen, klaverjassen, pokeren en nog meer Leffe. Het moet wel leuk blijven natuurlijk. De meeste jongens zie ik alleen op deze fietsweek of op de jaarlijke reünie en dan is het alsof er niks veranderd is. De samenstelling wisselt weliswaar, elk jaar komen er wat fietsers bij en haken er een paar af, maar de basis is altijd hetzelfde gebleven.

Als je een blik zou werpen in de ruimte waar afgelopen week het materiaal stond, zou je een grote diversiteit aan racefietsen zien. Kuota, Cube, Bianchi, Cannondale, Trek, alles is aanwezig. En bij deze verschillende fietsen horen verschillende mensen.

Zo is er Rob, zonder wie we nooit veilig met goed materiaal thuis zouden komen. Elk probleem met de fiets lost hij op. Frits, gaat als laatste naar bed en staat als laatste op. Goed met de bbq, hoewel er ooit een huis bijna is afgebrand. Koen, de sportman die elk jaar een halve gymzaal meeneemt zodat we ook nog andere sporten kunnen beoefenen. Als je een oerkreet onderweg hoort dan komt dat bij hem vandaan. Peter ‘Ik ga alvast’: een dobbelheld en heeft een indrukwekkende hoeveelheid fietstochten achter zijn naam staan. Altijd klaar voor een goed gesprek. Hans, de klasbak van 60 die als Andrea Tafi met 45 per uur zorgt dat je thuis wordt gebracht. Komt altijd in zijn eigen bus dus misschien dat daarin het geheim schuilt van zo hard fietsen. Jurre, stijlvol op de fiets en staat bovenaan het podium, zowel in de bergen als op het vlakke. Maurice, het lijkt alsof zijn fiets kraakt maar dat kunnen ook zijn knieën zijn. Alsnog komt hij goed mee en blijft zichzelf, zowel op als naast de fiets. Mountainbike-Mike, hij fietst op zijn hybridefiets gewoon mee. Klaverjassen tot in de late uurtjes, waarna hij wel op een eigen hotelkamer tot rust moet komen. Nico, de penningmeester die ook bij de belastingdienst werkt. Niet betalen is dus geen optie. Nico dobbelt mee en kan nooit uit het spel worden gespeeld. Want Nico mag niet naar bed. In zijn woonplaats Houten zullen ze ons nog goed herinneren: 20 wielrenners die het meer indoken vanwege de hitte op de jaarlijkse reünie. Jaap en Jaap, beiden uit Hellevloetsluis. Jaap regelt alles voor Jaap. Jaap is een levensgenieter, Jaap is een hardrijder. Jaap daalt als de beste (niet altijd als de veiligste) en Jaap reed dit jaar in de vorm van zijn leven. Jaap heeft de duurste fiets en heeft laten zien dat deze hem waard is. Soms een Frans scheldwoord naar een voorbijrijdende auto. Daar draait Jaap zijn hand niet voor om. Ron, sigaretje, biertje en gaan. De rust zelve, altijd geïnteresseerd. Leon, de piloot die zorgde dat we steeds de weg konden vinden in dat ellendige Duitsland, als het om wegbewijzering gaat. Enrico, nieuw op de fiets maar met de eersten mee. Nu al vergeleken met Boasson Hagen (postuur) en Boonen (inhoud). Dat belooft wat. Fred, een alleskunner van 66. Goed gesoigneerd de weg op, altijd positief. Daan, vroeger op de oude fiets, plastic tas met bevoorrading voorop het stuur. En dan met de eersten mee naar boven. Niet van de toeters en bellen zoals veel wielrenners dat wel zijn, maar gewoon op inhoud naar voren fietsen. Zowel van het pokeren, dobbelen als klaverjassen. En dan natuurlijk Wim, de patron. Organiseert met Daan elke keer weer deze mooie week. Heeft oog voor iedereen, bij hem kun je altijd terecht. Fietservaring als geen ander. Is bezig met de 100 collentocht. Sporten, dobbelen, klaverjassen. Daan heeft het niet van een vreemde. Zonder Wim geen fietsweek. Bedankt daarvoor.

En dat is ons peloton: 20 verschillende mannen die sporten op een manier waarvoor het bedoeld is: samen op eigen niveau een prestatie neerzetten en dit na afloop belonen met lekker eten & drinken en gezellige avonden. Ik kijk nu al uit naar de reünie!

Leve de leraar!

Leve de leraar
Leve de leraar

‘Onderwijs is het veld van geloofsijver, beleidsdiscussies als mul zand, modes die komen, schade aanrichten en weer gaan. Maar iedereen weet: het draait eigenlijk om de leraar. Als die een jong mens inspireert, is een wereld gewonnen. Laten we dus de leraar eren, die voor een heel bescheiden loon een heel belangrijke rol speelt in zo veel levens.’

Zo schrijft Philippe Remarque in zijn voorwoord van de zaterdagspecial van de Volkskrant: Leve de leraar. Een speciale bijlage over werken in het onderwijs. In de special zijn verschillende verhalen te lezen over orde houden, werkdruk, zij-instromers, de gezonde school en de leraar in films. De mooiste bijdragen gaan over de herinneringen die gekoesterd worden, onder anderen door Alexander Pechtold, Marianne Vos, Henk Schiffmacher en André Kuipers. Verhalen die vertellen over vertrouwen geven en krijgen, enthousiasmeren, richting geven en inspireren.

Elke leerkracht hoopt het verschil te kunnen maken. Hij heeft voor het vak van onderwijzen gekozen om bij te dragen. Een leerling talenten laten ontdekken die hij nog niet van zichzelf kende, of juist ruimte geven een talent verder te ontwikkelen. Een leerling vertrouwen geven ertoe te doen, ook al denkt zijn omgeving daar soms anders over. Een leerling enthousiast maken om naar school te gaan, ondanks dat het lang niet allemaal leuk en makkelijk is. Een leerling uitdagen te blijven leren, kennis op te doen om verder te komen in het leven. Kortom: een veilige plek bieden waar kinderen kansen krijgen zich te ontwikkelen.

Dat dit niet altijd lukt ligt voor de hand. Het beste onderwijssysteem bestaat niet. Elke leraar is anders, elk kind is anders. Met klassen van 30 kinderen kun je onmogelijk aan de wensen en behoeften van elk individu tegemoet komen. En toch probeer je het iedere dag weer.

Robert Marzano heeft een meta-analyse uitgevoerd op de onderwijsresearch van de laatste 35 jaar. Hij concludeerde dat er 11 factoren zijn die het succes van onderwijs bepalen, te verdelen in drie groepen:

Schoolniveau

  • Haalbaar en gedegen programma
  • Uitdagende doelen & effectieve feedback
  • Betrokkenheid van ouders en gemeenschap
  • Veilige, ordelijke omgeving
  • Collegialiteit & professionaliteit

Leraarniveau:

  • Didactische aanpak
  • Pedagogisch handelen & klassenmanagement
  • Sturing & herontwerpen programma

Leerlingniveau:

  • Thuissituatie
  •  Achtergrondkennis
  • Motivatie

Hij geeft aan dat 67% van het leereffect bepaald wordt door het vakmanschap van de leraar. Bij Marzano gaat het vooral om leerrendement. Het gaat erom dat duidelijk is dat de leraar ertoe doet.

Ook ik hoop, net als waarschijnlijk de meeste leraren, voor zoveel mogelijk kinderen de rol te kunnen spelen zoals die omschreven staat in de verhalen in de Volskrantspecial. Dat ik samen met mijn collega’s ervoor zorg dat ze sterk en vol vertrouwen de stap kunnen maken naar de middelbare school.

Mooi dat een landelijke krant eens op positieve wijze aandacht geeft aan het onderwijs en in het bijzonder de plek van de mensen die daadwerkelijk het verschil kunnen maken. Het kan altijd beter, en zelfkritiek is een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling. En natuurlijk dragen besturen, directies en andere betrokkenen bij aan voorwaarden die nodig zijn om te kunnen lesgeven. Maar het zal uiteindelijk in de klas moeten gebeuren.

Leve de leraar!

 

Leereffect van school & leraar
Leereffect van school & leraar

Voor meer informatie over het onderzoek van Marzano, bekijk deze site

 

 

Het leven van een leerkracht #2 Eén April!

1_april

Een jaarlijks terugkerend fenomeen in verschillende landen, waarbij de meest flauwe tot meest geniale grappen worden uitgehaald. Een dag waarbij leerkrachten extra op hun tellen moeten passen. Van de ouderwetse veters die vastzitten, zout in de koffie tot de snoepjes van tegenwoordig waar peper of sambal in zit. Een dag waar vele theorieën over zijn geschreven die niet kloppen, zoals Alva die zijn bril verloor bij Den Briel. De dag waarvan je wist dat die zou komen: 1 april.

Een paar dagen waren de kinderen in groep acht al bezig met de voorbereidingen. Want er moest toch een grap zijn waar meester in zou trappen! Van tevoren hadden we al afgesproken dat we geen geintjes zouden uithalen die voor anderen vervelend zijn, of waarbij dingen stuk konden gaan of vies zouden worden. De kinderen waren uitgedaagd om iets nieuws te verzinnen, iets wat niet eerder was gedaan. En dat is nog best lastig!

Zelf kon ik niks verzinnen dit jaar. Het is geen lievelingsdag van mij. Goede grappen kun je altijd uithalen, niet op één speciale dag. Zo heb ik ooit eens op officieel briefpapier van het bestuur brieven op alle bureaus van leerkrachten gelegd, met latex handschoenen erbij. De Mexicaanse griep kon uitbreken en iedereen moest de hele dag de handschoenen dragen. Met een geweldig resultaat als gevolg:  collega’s die tijdens het buitenspelen, voorlezen en zelfs bij de lunch de handschoenen aanhielden. Hilarisch voor diegenen die het wel doorhadden.  Of de paarse kleurstofpilletjes in de kraan, omdat een collega altijd bij mij water kwam halen. Onverwacht, dat is het beste.

Maar goed, kinderen zijn er gek op. Ik wilde iets verzinnen om ze te pakken te nemen. Op 31 maart deed de mogelijkheid zich voor. Veel kinderen hadden volgens mij niet gedoucht na gym. Dat hoeft het laatste uur niet, maar wel als je nog de hele middag in de klas moet zitten. Dus ik vertelde dat ik nu zeker wist wie wel en niet had gedoucht, omdat we tegenwoordig webcams hadden opgehangen. Geen probleem, alleen de directie kon op het scherm kijken. Hilariteit en ongeloof. Maar ze gingen er allemaal in. Volgende keer zouden ze hun zwembroek meenemen. Na overleg met een paar collega’s heb ik toen ’s middags toch maar verteld dat het niet echt was, omdat het een te serieus onderwerp is om lang grappen over te maken. Een 31-maart grap was dus het enige wat er in zat dit jaar. Maar we hebben er hard om gelachen.

1 April verliep vrij rustig. De school had een extra nieuwsbrief verstuurd waarin gevraagd werd om allemaal een eigen wc-rol met naam erop mee te nemen omdat de kinderen er vaak een puinhoop van maken. Groep 8 geloofde het niet, maar veel kinderen in lagere groepen wel.

In de klas gebeurde er niet veel, behalve een papiertje onder de muis van de computer waardoor deze niet werkte.

Totdat..

ik tijdens het bespreken van het huiswerk van zinsontleding ineens geen reactie op een vraag kreeg. Na drie keer nog niks. Ik keek het meisje aan, ze bleef stil zitten aan haar tafel. Vervolgens draaide ik mijn hoofd naar de andere kinderen en zag dat werkelijk iedereen ‘bevroren was’. Niemand reageerde, iedereen zat doodstil. Op mijn vraag: ‘Wie wil er een spekkie’ was er maar één iemand die toch per ongeluk zijn vinger opstak. Na een minuut deden alle kinderen net alsof er niks gebeurd was. Alle antwoorden werden gegeven. Dit herhaalde zich nog twee keer deze dag. Perfect getimed, goed uitgevoerd. Ze bleken flink geoefend te hebben bij de invaller om te zorgen dat ik er in zou trappen. Ik vond het de beste 1 april grap ooit. Slim bedacht, goed uitgevoerd, samenwerkend en volkomen onverwacht. Geen zout in de koffie, veters die loszaten of andere voor de hand liggende grappen.

Deze klas heeft klasse.